Van het Romeinse Fidentia, dat aan de belangrijke hoofdverkeersader Via Aemilia lag, is niet veel bewaard gebleven. Af en toe worden er in het huidige Fidenza Romeinse munten, fragmenten mozaïekvloer of glas gevonden, maar grootse Romeinse ruïnes zijn er niet. Alleen in de moderne stadsnaam klinkt het Romeinse verleden luid en duidelijk door. Niet in de middeleeuwen, want toen heette dit stadje in Noord-Italië (tot 1927): Borgo San Donnino, genoemd naar de plaatselijke heilige Domninus of Donnino.
Grote groepen pelgrims trokken eeuwenlang door het stadje op weg naar belangrijke bedevaartsoorden, zoals Rome en Bari. Het was een van de populaire halteplaatsen op de Via Francigena of Frankenstraat zoals de 'Weg naar Rome' toen ook werd genoemd. Overal vandaan kwamen deze pelgrims, man en vrouw, arm en rijk. Men vertelde elkaar verhalen en wat is mooier dan zo'n verhaal in steen afgebeeld te zien? De pelgrims stonden voor het portaal van de Domninus-kerk (rechts) en bewonderden het werk van meester-beeldhouwer Antelami en zijn atelier, die rond 1200 de legenden van de heilige Domninus hadden verbeeld. Als in een modern stripboek - maar dan wel van steen - zagen de middeleeuwers alle belangrijke scenes uit het leven van de heilige vormgegegeven. Voor hen die konden lezen was er een korte Latijnse uitleg bij, maar geletterd hoefde je niet te zijn om het hele verhaal te begrijpen!
Domninus was de cubicularius ofwel kamerdienaar van Maximianus, die vanaf 286 de medekeizer was naast Diocletianus. Toen deze keizers in 293 het Romeinse Rijk bestuurlijk in tweeën splitsten, werd Maximianus keizer van het westelijke deel.
Rechts: Toen Maximianus keizer werd - zo vertelt de legende - was het kamerdienaar Domninus die de kroon op zijn hoofd zette. De keizer zit op een mooie vouwstoel versierd met dierenpoten en -koppen. Enkele edelen zijn bij deze gebeurtenis ook aanwezig, o.a. een man met een groot zwaard.
Rechts: De keizer met de tekenen van zijn waardigheid nog steeds in zijn handen is gekroond; de beeldhouwer heeft zich moeite gegeven er dan ook maar een majestueuze kroon van te maken. Zijn kamerdienaar Domninus en twee andere mannen - wat lijken ze op de twee edelen die al eerder zijn afgebeeld - benaderen de vorst. Domninus vertelde - zo gaat de legende verder - de keizer dat hij christen was geworden en wilde graag uit keizers dienst ontslagen worden.
Wat moet de keizer doen? Enigszins besluiteloos lijkt hij op zijn vouwstoel te zitten, met zijn rechterhand in zijn baard. Domninus en zijn makkers - ze zijn nu duidelijk als heiligen weergegeven met een ronde nimbus rond het hoofd; die van Domninus is extra mooi versierd! - nemen het zekere voor het onzekere en vertrekken. Ze verlaten de stad en lopen door een geaccidenteerd terrein met bloemtjes, zo lijkt de beeldhouwer te willen 'zeggen'.
Op de latei boven de hoofdingang gaat de legende verder: Domninus te paard met een groot kruis in zijn hand wordt achtervolgd door twee ruiters te paard die allebei vervaarlijk zwaaien met zwaarden.
De legende vertelt verder hoe de twee ruiters van Maximianus uiteindelijk bij Piacenza Domninus inhaalden en hem onthoofden. En toen .....
- zo gaat de legende verder - gebeurde er een waar wonder: Domninus pakte - na zijn onthoofding - zijn eigen hoofd op, liep ermee dwars door het riviertje Stirone om aan de overkant zijn laatste rustplaats te kiezen. De middeleeuwse beeldhouwer heeft er een pracht scene van gemaakt: Domninus is onthoofd en daarboven zweven twee engelen die het zieltje van de martelaar naar de hemel brengen.
Het 'zieltje' van Domninus is hier weergegeven als een jeugdig hoofd - dus zonder baard! En rechts zien we hoe de heilige zijn eigen baardig hoofd in de armen neemt terwijl zijn voeten door het water waden.
Domninus vond zelf zijn laatste rustplaats en werd daar begraven (hierboven, links).
Later - zeker vanaf de negende eeuw - werd er een kerkje gebouwd op het graf van de heilige. De bouw van de huidige kerk begon eind twaalfde eeuw en Domninus werd steeds populairder bij pelgrims. Hij hielp hen tenslotte ook.
Immers - zo vervolgt de legende - eens kwam er een zieke pelgrim bij het graf van Domninus bidden om genezing en hij had zijn paard - of is het een ezel? - buiten de kerk vastgemaakt aan een boom. Hij was zo verzonken in gebed dat de pelgrim niet merkte dat zijn paard werd gestolen. Maar gelukkig, de heilige greep in .... want het paard kwam als vanzelf weer terug bij de pelgrim!
Domninus ... steun en toeverlaat van pelgrims. Eens - zo gaat de legende weer verder - was er een processie van pelgrims bij het graf van de heilige. Maar de groep was zo groot dat de oude brug over de Stirone het gewicht niet meer kon dragen en instortte. Veel pelgrims werden door het water meegesleurd .... maar dankzij de heilige Domninus bleven allen ongedeerd. Wellicht hadden ze hooguit een nat pak!
Alsof de beeldhouwer er zelf bij was ..... Het kind met processiekruis voorop is zich van niets bewust, terwijl het middengedeelte van de groep een 'hutspot' vormt met de planken van de brug. Op de achtergrond stroomt de rivier en centraal in beeld laat een zwangere vrouw zien dat iedereen - ondanks de aanvankelijke paniek - ongedeerd blijft. De laatste pelgrims van de groep hebben hun voeten nog stevig op de grond, maar één van hen buigt zich naar voren om het ongeluk en de redding beter te kunnen zien.
Boven de linkeringang van de kerk komen we nog een historische figuur tegen. Was Maximianus keizer toen Domninus de marteldood gestorven zou zijn, ten tijde van Karel de Grote zou de eerste kerk op Domninus' graf zijn gebouwd.
En deze Karel de Grote - begeleid met zijn zwaarddrager - zit linksboven (detail: rechts) toe te kijken hoe de bisschop de belangrijkste priester van Borgo San Donnino de staf aanreikt ten teken van zijn waardigheid. Geheel rechts memoreerde de beeldhouwer nog even aan Domninus' wonderen, nl. het wonder van het gestolen paard van de zieke pelgrim dat vanzelf weer terug liep naar zijn baasje. Het timpaan wordt afgesloten met een prachtig reliëf van het Lam Gods.
Er is zoveel te genieten hier in Fidenza, bij de kerk van San Donnino: de schitterende beelden van beeldhouwer Antelami (eind twaalfde eeuw), reliëfs met de geboorte van Jezus of met pelgrims, maar ook een met een wel heel schalkse ridder. Zijn hand verdwijnt in de rok van een meisje met een lange vlecht en een bloemetje in haar hand. Haar rechterhand steekt ze in de lucht om de ridder een klap te verkopen of om hem aan te moedigen ? (rechts) ....... Niets menselijks was de middeleeuwer vreemd!