De Ibn Tulun moskee in Cairo is de oudste moskee van Egypte die zijn oorspronkelijke vorm nog heeft behouden. In de ruim elfhonderd jaar mogen dan enkele alomgeroemde details zijn verdwenen en de geur van rozenwater vervaagd de Ibn Tulun is als geen ander Caireens monument in staat de oude geschiedenis van de stad - letterlijk - in alle rust en rijkdom te laten zien.

Eigenlijk bestond Cairo nog niet toen de Ibn Tulun moskee werd gebouwd in de negende eeuw. Want hetgeen wij tegenwoordig Cairo noemen is oorspronkelijk een gebied waar meer dan één stad werd gesticht. Vier steden - Babylon, Fustat, al-Askar en al-Qatay - gingen vooraf aan de stichting van de stad Cairo (969). 
Direct na de moslim verovering van Egypte (641) werd op bevel van kalief Omar een nieuwe hoofdstad gesticht, nl. Fustat, bij het oude Babylon op de O-oever van de Nijl.  Nadat de Abbasiden in 750 de macht naar zich toe hadden getrokken, stichtten zij ten NO van Fustat een eigen, nieuwe stad, nl. al-Askar. En toen kwam Ahmad Ibn Tulun ......

Ahmad ibn Tulun (835-884), zoon van een Turkse slaaf aan het hof in Bagdad, kreeg een gedegen militaire opleiding en werd in 868 naar Egypte gestuurd om zijn stiefvader, die gouverneur was, bij te staan. Na de dood van zijn stiefvader nam Ahmad, die als een vroom en eerlijk man werd beschreven, zelf de touwtjes in handen. Hij bestuurde Egypte min of meer onafhankelijk van de kalief en stichtte iets ten oosten van het machtscentrum van de Abbasiden aan de Nijl zijn eigen stad: al-Qatay.
Arabische bronnen meldden verder dat hij een prachtig paleis en een hippodroom liet bouwen, de watervoorziening verbeterde door de aanleg van een aquaduct en een ziekenhuis opzette. Vrijwel niets is hiervan bewaard gebleven. Maar gelukkig rest ons wel het belangrijkste en grootste monument van al-Qatay, nl. de Ibn Tulun moskee, voltooid in 879.

De moskee, gebouwd op een rotsheuvel, beslaat een oppervlakte van ongeveer 120 bij 140m. Aan drie zijden is de moskee omgeven door een ziyada, een soort open corridor (bijna 20m breed) om het religieuze centrum van de hectische en luidruchtige allerdaagsheid af te schermen. Een paar treden geven toegang tot de eigenlijke moskee die bestaat uit een groot, min of meer vierkante open hof (ruim 90m) met in het midden een fontein. Aan drie zijden rond deze open hof is een riwaq (porticus of bogengalerij).
Aan de vierde zijde ligt de belangrijkste overdekte gebedsruimte. Deze bestaat uit vijf beuken evenwijdig aan de zuidoostmuur, de qibla-muur d.w.z. de muur die de gebedsrichting naar Mekka aangeeft. De beuken zijn van elkaar gescheiden door arcaden, die het platte houten dak dragen. Hoewel het oorspronkelijke plafond al lang is vervangen door een nieuw, zijn de pijlers al ruim elfhonderd jaar dezelfde gebleven. Deze pijlers waren in negende-eeuws Cairo een nouveauté, zozeer dat Arabische schrijvers uitleg gaven waarom Ibn Tulun voor deze pijlers heeft gekozen.

In die tijd bouwde men in Egypte veel met spolia, bouwmateriaal dat hergebruikt werd. Romeinse of Byzantijnse zuilen en kapitelen (zuilbekroningen) werden in de bouw 'gerecycled'. Maar bij de bouw van deze moskee niets daarvan. Middeleeuwse, Arabische schrijvers meldden twee redenen waarom Ibn Tulun afweek van deze traditionele, Caireense bouwpraktijk: marmeren zuilen zijn minder brandveilig en in deze grote gebedsruimte zouden teveel zuilen nodig zijn. Ibn Tulun had de bouwopdracht gegeven en de bouwers informeerden hem dat ze minstens driehonderd zuilen nodig hadden. Waar moesten die vandaan komen? Ibn Tulun vond het afbreken van christelijke kerken in Egypte een slecht idee en wilde een andere oplossing voor de bouwconstructie. Op dat moment zat een christelijke architect om een klein vergrijp in de gevangenis. Hij hoorde van Ibn Tulun's dilemma en opperde dat hij in staat was een indrukwekkende gebedsruimte te bouwen zonder zuilen en hij tekende zijn idee. Ibn Tulun was over deze oplossing zo tevreden dat hij de christelijke architect in vrijheid stelde én de bouwopdracht van de moskee aan hem gaf.

De arcaden zijn inderdaad gebouwd van baksteen en zó aan de buitenkant met stuc vormgegegeven dat het lijkt alsof op elke pijlerhoek een zuil met kapiteel staat. Bogen, vensters en andere architectonische elementen werden benadrukt door een smal stuc-fries met plantaardige motieven.

In de dikte van de bogen was het stuc prachtig bewerkt tot intrigerende, geometrische patronen. In elke arcade-boog een ander patroon; gelukkig zijn nog enkele van deze oorspronkelijke decoraties bewaard gebleven. Cirkels, zeskanten, ruitpatronen ... alle geometrische vormen zijn terug te vinden, opgevuld met rozetten en bladmotieven. Deze geometrische weelde was ook aangebracht in de 128 vensterhorren, waarvan nog enkele oorspronkelijk zijn.

 

 

Samarra ligt 125km ten noorden van
Bagdad aan de oost-oever van de Tigris.
Hier woonden vanaf 836 de Abbasiden kaliefen met hun hofhouding in uitgestrekte paleiscomplexen, waar de muren onder andere gedecoreerd waren met stuc, zoals hiernaast weergegeven.
De kaliefen verbleven in Samarra tot 892.

 

 


Ibn Tulun stond bekend als een vroom, eerlijk en nijver man. Dus toen hij eens in een verloren minuutje gedachtenloos een smal stukje perkament rond zijn vinger wond en iemand hem vroeg wat hij deed, schaamde hij zich voor zo'n schijnbaar zinloze bezigheid en gaf een prachtige verklaring à l'improviste. Hij zei dat hij bezig was een minaret te ontwerpen voor zijn nieuwe moskee. Zó zou - volgens dit weinig betrouwbare verhaal - de Ibn Tulun moskee gekomen zijn aan zijn ronde minaret met een spiraalsgewijs naar boven lopende buitentrap op een vierkante onderbouw! De mening onder weten-schappers is verdeeld. Iedereen is het er over eens dat het topje van de huidige minaret uit de Mamlukse periode dateert. Maar de rest, ook uit de dertiende eeuw? Het lijkt beter om de van kalksteen gebouwde vierkante onderbouw met ronde opbouw aan Ibn Tulun toe te schrijven! Niet vanwege zijn gedachtenloos spelen met een stukje perkament!
Ibn Tulun, opgeleid in Bagdad en Samarra in Irak, was vertrouwd met de enorme bouwwerken die in de negende eeuw in Samarra verrezen: moskeeën met pijlerarcaden én met ronde minaretten. Ook als we de stuc-decoraties vergelijken (hierboven) dan is duidelijk een vleugje Samarra in de Ibn Tulun moskee aanwezig!

Er zijn nog zoveel meer leuke details, zoveel meer leuke verhalen. Volgens de volkstraditie zou Noach hier met zijn ark zijn gestrand en .... het hout van de boot zou zijn gebruikt bij de decoratie van de moskee ....
 
Ibn Tulun overleed in 884 en werd opgevolgd door zijn zoon. Maar begin tiende eeuw maakte de kalief van Bagdad korte metten met de onafhankelijk regerende 'gouverneursfamilie', die uiteindelijk in de boeien naar Irak werd gevoerd. Al-Qatay werd met de grond gelijk gemaakt ... ... behalve de Ibn Tulun moskee.
De Ibn Tulun moskee bleef - uitgezonderd een korte periode in de dertiende eeuw - in gebruik tot op de dag van vandaag. ...