marius bauer

 

Marius Bauer 1867-1932: Oogstrelend Oosters
André Kraayenga
Zwolle, WBOOKS & Bauer Documentatie Stichting, 2017
2e, aangepaste dr. (oorspr. dr. 2007)
210 p., veel, vaak paginagrote kleurenillustraties
ISBN 978-90-400-8276-4

 

Mari Alexander Jacques Bauer werd in januari 1867 in Den Haag geboren als zesde kind in een familie die actief deelnam aan het kunstleven. Als twaalfjarige stuurden zijn ouders hem al naar de Haagse Academie van Beeldende Kunsten. Daarna werd hij lid van de kunstenaarsvereniging Pulchri Studio, waar hij als Commissaris voor de Gezellige Bijeenkomsten de toen zo populaire tableaux vivants organiseerde. Het oosterse element kwam ook hierin al duidelijk naar voren. Hij leerde veel kunstenaars kennen, ontving in 1886 en 1887 Koninklijke Subsidie, was regelmatig in Amsterdam en bezocht musea.

In 1888 maakte hij zijn eerste 'oriëntaalse' reis: via Marseille (trein) ging hij per boot naar Istanbul. Deze reis werd mogelijk gemaakt door een toelage van kunsthandelaar Van Wisselingh. Hij tekende vijf schetsboeken vol met kleine, vluchtige impressies. Thuisgekomen werkte hij deze uit tot etsen. Vanaf 1891 maakte hij boekillustraties (litho's) bij Flaubert's Saint Julien en Carel ende Elegast die ook verkocht werden door Van Wisselingh. Hij raakte in de ban van de Vertellingen van duizend-en-één-nacht en in de negentiger jaren gebruikte hij motieven en themata uit deze Vertellingen en andere oriëntaalse verhalen voor zijn etsen, schilderijen en aquarellen.

In 1892 reisde hij voor de tweede keer naar Turkije en twee jaar later trok hij zes weken naar Egypte, waar hij vooral belangstelling had voor de oud-Egyptische monumenten, de islamitische bouwkunst en de Egyptenaren zelf. Ook hier schetste Bauer veel en kocht foto's van beroemde fotografen, zoals de familie Bonfils en de Abdullah frères. Thuis droomde hij na – zoals hij zelf schreef – over zijn verblijf en mengde sprookjesachtige elementen met de realiteit die hij tijdens zijn verblijf had gezien en geschetst.

Van april 1895 tot september 1897 maakte hij spotprenten voor het pas opgerichte weekblad De Kroniek met artikelen over kunst, literatuur, muziek, toneel en politiek. Ook twee van zijn reisverslagen verschenen hierin, van zijn reis naar Rusland om de kroning van de tsaar bij te wonen (1896, aansluitend opnieuw een bezoek aan Istanbul) en naar Brits-Indië (1897-1898). Deze laatste reisbestemming was in die tijd voor Nederlandse kunstenaars ongebruikelijk, hetgeen Bauer verwonderde:  "Waarom toch dat eeuwige dwepen met sloten en plassen en molens, waar men zwelgen kan in de lijnen en kleuren van tropische wouden en tempels".

In 1899 maakte hij opnieuw een reis naar Turkije, Syrië en Jeruzalem. Zijn werk – na 1902 maakte hij bijna alleen nog aquarellen en schilderijen – werd zeer gewaardeerd door kunstenaars én kopers. Bauer kreeg menige prijs en onderscheiding. Het ging hem goed. Tussendoor voltooide hij de ca. 3000 illustraties in de Franse vertaling van de Duizend-en-één Nacht in 16 delen. In een tweede set van deze boeken maakte hij ruim 4000 aquarelletjes door de tekst heen. Na hun huwelijk in 1902 vergezelde kunstenares Jo Stumpff Bauer op al zijn reizen (1902 huwelijksreis Spanje, 1904 Turkije & Egypte, 1911 Turkije, Palestina en Syrië, 1919 Egypte, 1922 Algerije, 1923 Algerije en Marokko, 1924 India, 1925 Nederlands-Indië, 1931 Cambodja, Thailand, Vietnam, Nederlands-Indië).

Terecht dat opnieuw – in zijn 150ste geboortejaar – met de (her)uitgave van dit boek aandacht wordt besteed aan Marius Bauer, de impressionistische oriëntalist. Het is een oogstrelend boek met schitterende afbeeldingen en details (inclusief menig ezel!). Persoonlijk ben ik al heel lang zeer onder de indruk van Bauer's werk en ik kan dan ook alleen maar schrijven dat dit boek een aanrader is voor iedereen die het oriëntalisme in de kunsten een warm hart toedraagt.

Ook een mooi boek om Bauer en zijn werk te leren kennen. Maar pas op, want eenmaal kennisgemaakt met zijn werk, is de kans groot dat je een blijvende Bauer-liefde ontwikkelt!  

© conens & van wiechen drs A. van Wiechen