Een van de vroegste beschrijvingen van de Grote Kerk in Constantinopel spreekt over een "schouwspel van wonderbaarlijke schoonheid" en een ooggetuige vergeleek de veelkleurigheid van de gebruikte natuursteen met een weide vol bloemen. Toen Russische pelgrims de Hagia Sophia kerk bezochten, waanden ze zich al in de hemel: "we kunnen deze schoonheid nooit vergeten!". Sultans waren zó onder de indruk van de overweldigende koepel, dat zij opdracht gaven deze te evenaren. De Heilige Wijsheid kerk is nog steeds een van de grootste en oudste parels van Istanbul.
Al in de vierde eeuw stond de eerste kerk op deze plek. Naar het uiterlijk ervan kunnen we alleen maar gissen, want in het begin van de vijfde eeuw brak er weer eens een opstand uit in Constantinopel. Een populaire bisschop werd door het hof verbannen, maar de gelovigen namen dat niet. Ze kwamen in actie en bij hun protest ging ook de kerk in vlammen op. Toen de stad weer enigszins tot rust gekomen was, gaf de keizer opdracht de kerk te restaureren of - de historische bronnen zijn hierover niet duidelijk - helemaal van de grond af opnieuw op te bouwen. Hoe dan ook, de nieuwe, vijfschepige Hagia Sophia kerk met houten dak werd in 415 gewijd.
Deze schapen, die gedwee naar een palmboom lopen, sierden eens de ingang van de kerk waar in 525 groots feest gevierd werd: hier trouwde de beoogde troonopvolger Justinianus met zijn ongeveer vijftien jaar jongere bruid Theodora. Het was een huwelijk met hindernissen, want aanvankelijk liet de wet niet toe dat een man-van-stand trouwde met een vrouw van het allerlaagste allooi. Immers, Theodora had haar brood verdiend als 'toneelspeelster'! Na aandringen van Justinianus streek 's keizers hand over 's keizers hart en de wet werd zó aangepast dat het huwelijk wél mogelijk was. Twee jaar later, na het overlijden van de keizer, werden Justinianus en Theodora in het keizerlijke purper gehesen.
In 532 brak een grote opstand uit tegen de keizer die, om zijn droom te verwezenlijken, de belastingdruk teveel opvoerde. Hij wilde het oude Romeinse Rijk herstellen en dat betekende dat er geld nodig was voor de verovering van Noord-Afrika en Italië. De belastingverhogingen troffen iedereen en het volk liep te hoop tegen de keizer. Men wilde het keizerlijk paleis bestormen en bij die gelegenheid bleek Theodora - althans volgens de verhalen - de standvastigste van het paar. Zij, die met zoveel moeite het keizerlijke purper had bereikt, wilde niet vluchten maar sterven in dat purper! Met grof geweld werd de opstand uiteindelijk onderdrukt. De opstandelingen werden vermorzeld en de keizer zat weer stevig in het zadel, maar .... kerken, paleizen en openbare gebouwen lagen in puin en smeulden nog na.
Justinianus begon energiek aan de wederopbouw en velen van de ruim half miljoen inwoners van de stad kregen werk bij de bouwprojecten. Bij de herbouw van de Hagia Sophia speelde prestige een belangrijke rol. Geld noch mankracht werden gespaard en binnen de onwaarschijnlijk korte tijd van vijf jaar en tien maanden was de bouw voltooid. De kerk werd op kerstmis 537 in aanwezigheid van de keizer gewijd. Wanden en vloeren waren bedekt met de schitterendste natuursteen, zoals dieprood porfier, donkergroen serpentijn, het wit-groen gevlekte verde antico, geel giallo antico en grijs-wit geaderd marmer. Koepels en gewelven waren versierd met stralende mozaïeken van goud-glas-steentjes en overal waren zilveren ornamenten. Al deze materialen - gepolijst steen, gouden mozaïeken, glimmend zilver en gordijnen met gouddraad - weerkaatsten overdag het licht dat door de vensters binnenkwam, zó mooi en adembenemend ... "alles is zó met glans overgoten dat mensenogen het bijna niet kunnen verdragen", aldus een ooggetuige. 's Avonds was er het licht van de vele hanglampen, het leek dan alsof een "nachtelijke zon" de kerk verlichtte.
Omdat Constantinopel herhaaldelijk werd geteisterd door aardbevingen, waren latere keizers, die meestal in deze kerk met groot ceremonieel werden gekroond, genoodzaakt de Hagia Sophia te restaureren. Al in 557 stortte een deel van de koepel in. Zes jaar later was er weer een nieuwe koepel. Ook politieke en religieuze veranderingen hadden hun weerslag in de Hagia Sophia: keizers plaatsten mozaïeken van zichzelf, bisschoppen vergaderden hier tijdens hun concilies, en tijdens de vierde kruistocht in 1204, toen 'Europeanen' Constantinopel veroverden, werd de Hagia Sophia geplunderd en ingericht voor de Latijnse rite. De Byzantijnen konden in 1261 Constantinopel heroveren. Alle 'Latijnse' veranderingen werden overboord gegooid en de Hagia Sophia werd weer Byzantijns!
Nog twee grote veranderingen volgden. Op 29 mei 1453 veroverde sultan Mehmed II Constantinopel. Toen de sultan te paard de geplunderde stad binnenging, reed hij direct naar de Hagia Sophia. Door het sprenkelen van rozenwater, de bouw van een houten minaret en de plaatsing van een gebedsnis (mihrab) en een preekstoel (minbar) werd de kerk een moskee. Enkele mozaïeken - zeker niet alle - verdwenen onder een laag witkalk.
Mehmed en zijn opvolgers gaven opdracht aan hun architecten moskeeën te bouwen die net zo indrukwekkend moesten worden als de Aya Sofya, een fascinerend spel van hele en halve koepels en met één enorme centrale koepel die aan het hemelgewelf deed denken. De zestiende-eeuwse hofarchitect Sinan, die de Aya Sofya ook bouwtechnisch heel goed kende omdat hij verantwoordelijk was voor de restauratiewerkzaamheden en de bouw van twee van de vier huidige Aya Sofya minaretten, nam de uitdaging aan. Zelf schreef hij in zijn autobiografie dat de koepel van de Selimiye moskee, de "kroon" van Edirne, die van de Aya Sofya overtrof.
De bouw- en restauratieactiviteiten in en rond de Aya Sofya gingen door: lood op de daken, nieuwe deuren, meer witkalk op de muren om mozaïeken te verbergen, enkele mausolea, een fontein, nieuw moskee-meubilair ....
Door kleine aardbevingen en achterstallig onderhoud was het gebouw beschadigd en op bevel van sultan Abdülmecid I (1839-1861) kregen de Zwitserse architecten-broers Fossati opdracht de restauratie degelijk ter hand te nemen. Bij deze gelegenheid werden oude Byzantijnse mozaïeken herontdekt - en weer onder de witkalk verstopt -, de korantekst in de koepel aangebracht en de zes ronde houten borden bevestigd waarop de prachtig gecalligrafeerde namen van God, Mohammed en de vier eerste kaliefen.
De laatste grote verandering vond plaats in 1934-1935, toen de president Kemal Atatürk de Aya Sofya tot een museum maakte. Restauratie en opgravingen volgden en de mozaïeken werden weer zichtbaar gemaakt. Nog steeds werken wetenschappers, architecten, archeologen en restaurateurs in en rond de Hagia Sophia of Aya Sofya ....
Pelgrims en toeristen komen en gaan, al eeuwenlang. Ze bewonderen het enorme bouwwerk, staan oog in oog met Byzantijnse keizers en horen de meest fantastische verhalen. Natuurlijk zijn al die verhalen niet historisch verantwoord, maar ze geven wel aan hoe bijzonder de Hagia Sophia in de verbeelding van de bezoekers was. Het gebouw kon niet door mensenhanden zijn gemaakt, dat was alleen mogelijk met goddelijke tussenkomst en met hulp van engelen. Justinianus was zo verguld met zijn kerk dat hij bij de wijding (kerst 537) gezegd zou hebben "ik heb jou overtroffen, Salomo!" De keizer vond zijn kerk dus grootser dan de tempel van Salomo in Jeruzalem, waarvan - zo vertelde men - de Hagia Sophia enkele herinneringen bezat, zoals de tempelvoorhang. Overigens, de meetlat van Noach was ook in Constantinopel te zien!
Verder schreven veel bezoekers over - niet bestaande - onderaardse tunnels en waterreservoirs. Sterker nog .... de kerk was gebouwd over de kerker waarin Salomo de djinns ooit had opgesloten! De kerk had ruim duizend vensters en bijna vierhonderd deuren. Het merkwaardige was dat er, als je de getelde deuren 'afvinkte', steeds nieuwe deuren bij te komen. Men liet goedgelovige toeristen het graf van keizer Constantijn de Grote zien of de messing sarcofaag van koningin Sophia! In de middeleeuwen schreef een Fransman hoe aan bijna elke zuil in de kerk een genezende kracht werd toegeschreven. Je hoefde je zieke ledematen maar tegen de zuil aan te wrijven ... en je genas. Er was zelfs een metalen buis die ziekten uit de patiënt 'opzoog'! Mozaïeksteentjes werden nog in de achttiende eeuw als 'wonder'steentjes aan bezoekers verkocht.
In de vijftiende eeuw was de kerk door een aardbeving bouwvallig geworden en - zo vertelde een Ottomaanse reiziger - sultan Mehmed II bood vriendelijk zijn hulp aan bij de restauratie. Hij stuurde zijn eigen architect naar de Byzantijnen om de bouwstructuur te verstevigen met vier enorme steunberen. Toen de oude architect zijn opdracht naar volle tevredenheid van de Byzantijnen had voltooid, keerde hij terug naar zijn sultan in Edirne en zei: "ik heb de Hagia Sophia gerestaureerd. U moet haar nu veroveren, ik heb de fundamenten voor de minaretten al gelegd!"
De architecten van de Byzantijnse keizers, die van de sultans, die van het oude Rusland en die van de Italiaanse renaissance werden allen geïnspireerd door de Hagia Sophia. Sinan's woorden vatten kort en bondig hun fascinatie samen: deze kerk heeft "geen gelijke in de hele wereld".