keizer constantijn

door eusebius van caesarea

 

In 2013 was het precies zeventien eeuwen geleden dat keizer Constantijn het zg. Edict van Milaan uitvaardigde. Godsdienstvrijheid was toen een feit, dus ook voor de christenen.

Keizer Constantijn
Zijn levensbeschrijving door Eusebius van Caesarea
uit het Grieks vertaald, ingeleid en toegelicht door
Jan Willem Drijvers en Pieter Willem van der Horst
Hilversum: Verloren, 2012
179 p. - ISBN 978-90-8704-313-1

Veel weten we niet over de auteur Eusebius. Hij werd geboren aan het begin van de jaren 260. Het grootste deel van zijn leven bracht hij door in Caesarea Maritima (Palestina). Zijn familie behoorde wellicht tot de stedelijke elite, maar of die familie christelijk was of dat Eusebius zich op latere leeftijd tot het christendom bekeerde, is niet bekend. Caesarea, een rijke handels- en belangrijke bestuursstad, had toen een grote christelijke bibliotheek. Deze was gesticht door Origenes en de rijke intellectueel Pamphilus die in Alexandrië had gestudeerd, schonk veel boekrollen. Eusebius werd een belezen man die naast christelijke werken ook 'zijn klassieken' kende. Naast het Grieks las hij Hebreeuws en Latijn, wellicht ook Aramees. In 313 werd hij tot bisschop van Caesarea gewijd. Hij kreeg te maken met inter-christelijke geloofsverschillen - zoals de zg. Ariaanse kwestie - en met een bisschoppelijke concurrentie-strijd met Jeruzalem. Eusebius schreef veel. Belangrijk zijn vooral zijn historische werken, met name zijn Historia Ecclesiastica (Kerkgeschiedenis).
Aanvankelijk werd getwijfeld aan de authenticiteit van de Vita Constantini (VC) en aan het auteurschap van Eusebius, maar "tegenwoordig bestaat daarover nauwelijks nog onzekerheid en wordt Eusebius als de schrijver van de Vita Constantini gezien" (p.18). Maar vragen blijven. Wat is de betekenis van de tekst als historische bron? En wat moeten we geloven van Eusebius' woorden? Schreef hij niet bijna een hagiografie van Constantijn, een genre dat in Eusebius' tijd in opkomst was? 
Er is wel gesuggereerd dat Constantijn en Eusebius een vriendschappelijke band met elkaar hadden en dat Eusebius een soort raadgevende hofbisschop was, maar "tegenwoordig wordt daarover anders gedacht" (p.17). Waarschijnlijk hebben ze elkaar hooguit vier maal ontmoet. Duidelijk is wel uit Eusebius' werk dat hij onder de indruk was van Constantijn. Waarschijnlijk rond 336 - toen hij in Constantinopel was - rees bij Eusebius het plan "om een vita over Constantijn te schrijven. Vanaf dat moment is hij intensiever materiaal gaan verzamelen en heeft hij wellicht in gesprekken met Constantijn zelf en anderen informatie ingewonnen" (p.19). Tegenwoordig is men ook van mening dat Eusebius vóór zijn dood in (waarschijnlijk) mei 339 de VC voltooid had. 

Uit de tekst blijkt duidelijk dat Eusebius alleen positief over de keizer en diens relatie met God wilde schrijven. Hij geeft een ideaalbeeld van Constantijn en de keizerlijke overwinningen zijn geschenken van God. Zijn tegenstanders (Maxentius, Licinius) worden dan ook afgeschilderd "als tirannieke christenvervolgers" (p.21). Verder vergelijkt hij de keizer geregeld met Mozes. "Net als Mozes heeft Constantijn zijn volk vanuit gevangenschap en onderdrukking geleid naar vrijheid" (p.23). Is de VC door die té positieve vooringenomenheid van de auteur nog wel een serieus te nemen historische bron? Maar juist door veel onderzoek en "omdat we de bedoelingen van Eusebius beter hebben leren doorgronden, en daarmee ook het karakter van de tekst, kunnen we de VC beter dan voorheen als historische bron hanteren" (p.26).

Na deze korte, maar zeer gedegen inleiding begint op p.33 de - eerste! - Nederlandse vertaling van de Vita Constantini. Deze leest prettig (lettertype, indeling). Ook het feit dat de uitleg in voetnoten steeds onderaan de pagina staat, maakt het lezen aantrekkelijk. De korte bibliografie aan het eind van het boek (p.177-178) somt de belangrijkste en recenste werken op en ook de m.i. erg goede The Cambridge Companion to the Age of Constantine.

Wetende vanuit welk perspectief deze VC is geschreven, is de vertaling een belangrijke bron om de daden van Constantijn, maar wellicht nog meer de christelijke mentaliteit van die periode te leren kennen. Het beeld dat van Constantijn geschetst wordt, is natuurlijk té vroom, té positief, té christelijk, maar dat maakt bestudering van deze periode juist zo ontzettend interessant. Onderzoek van de geschreven bronnen en archeologische data geven steeds meer inzicht in Constantijn's al dan niet christelijke denkbeelden, zijn aspiraties en zijn daden.
Dit boek met de Nederlandse vertaling van Eusebius' Vita Constantini is daarom een aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in de (aanzet tot de) vérgaande veranderingen die plaatsvonden onder de regering van Constantijn en die tot op de dag van vandaag onze wereld hebben beïnvloed.

© drs. A. van Wiechen