boek: horatius' satirenboek
Het leven in Rome, het eerste satirenboek / Horatius
Vertaald door Vincent Hunink, met een nawoord door Marc van der Poel
Amsterdam: Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2018
102 p.- ISBN 978-90-253-0922-0
Rond 35 vC bundelde Horatius zijn (eerste) satirische gedichten voor een breed publiek. Octavianus – de latere keizer Augustus – was toen al de belangrijkste man van Rome. Hij wordt maar eenmaal in de bundel genoemd, maar zijn vertrouweling Maecenas is wél steeds op de achter- of voorgrond in de tekst aanwezig. Horatius ontmoette deze maecenas in 38 vC en Horatius heeft veel aan hem te danken: erkenning als vooraanstaand dichter én een landhuis niet ver van Rome!
De tien satiren die hier vertaald zijn betreffen zeer uiteenlopende onderwerpen.
In Groter, verder, meer! [satire 1.1] ageert Horatius tegen het materialisme "laat er een grens zijn aan je winstbejag". Het onderhouden van vriendschap is belangrijk: "dat vind jij maar zonde van je tijd en moeite? Iets als ezels trainen voor de wagenrennen?" (p.11). Zijn tweede satire Seks met vrouwen geeft een beeld van de Romeinse man die zijn jongeheer achterna loopt en van alle (dramatische) gevolgen van overspel. In Vriendschap [satire 1.3] dicht Horatius over wat vrienden wel of niet van elkaar mogen verwachten.
In de drie satiren die hierna volgen plaatst de dichter zichzelf meer op de voorgond als satire-dichter, op zijn weg uit Rome naar Brindisi – deze vertaling verscheen eerder in Via Appia [satire 1.5] – en over zijn jeugd en zijn vader "als ik in alle onschuld leef en puur en (hup, een complimentje!) heel geliefd bij vrienden, komt dat door mijn vader" (p.47).
Na een korte satire over het proces tussen Rex Rupilius "etterbak en gifkikker" en de rijke Persius is een stronk vijgenhout aan het woord, "een brok van niks. De timmerman wist niet wat hij zou maken: krukje of Priapus". Het werd de vruchtbaarheidsgod die kort zijn belevenissen vertelt. In satire [1.9] probeert Horatius tijdens een rustige wandeling op de Via Sacra een lastige, ratelende en vooral hardnekkige meeloper van zich af te schudden.
In de laatste satire [1.10] van deze bundel formuleert Horatius "zijn poëtisch credo", aldus Marc van der Poel, die nog vermeldt hoe in de loop der eeuwen Horatius werd gezien "als filosoof van het gezonde verstand en het goede leven, als opvoeder van de jeugd .... als grossier in zoet vloeiende verzen die als zinspreuken gemeengoed werden in heel christelijk Europa" (p.71), zoals verzameld (en vertaald) door Otto van Veen in zijn Emblemata Horatiana (1607).
De hierboven afgebeelde emblema – met dank aan het Emblem Project Utrecht – illustreert hoe belangrijk het onderhouden van vriendschap is (zie begin van deze tekst).
Wat mij betreft zou de namenlijst (p.75-100) als voetnoten op de betreffende pagina het leesplezier vergroten en het lezen versnellen. Maar dit is een kleinigheid.
Kortom, een leuk boekje, een pittige vertaling en een verhelderend, kort nawoord.
Voor alle Rome(inen)-liefhebbers een must!
Voor Horatius' verzamelde gedichten klik HIER!
© conens & van wiechen drs A. van Wiechen