Een kruis- of kloostergang wordt gevormd door de (meestal) vier overwelfde galerijen rond een rechthoekige open hof, meestal beplant met kruiden of fruitbomen. De belangrijkste kloosterruimten lagen rondom deze kruisgang waar monniken konden brevieren of in processie achter het kruis liepen; vandaar de naam kruisgang. Overal in Europa zijn prachtige kruisgangen bewaard gebleven, waar je je omgeven weet door traditie, geloof, verhaal en kennis en ... door rust, tenminste, als de kloostergang niet té populair geworden is bij de toeristen!
Ongetwijfeld de meest indrukwekkende kloostergang in Italië is die van Monreale op Sicilië. Willem II was koning van Sicilië vanaf 1166 tot zijn dood in 1189. Vanaf 1172 achtte men hem oud genoeg - hij was toen 15 jaar - om zelfstandig het eiland te besturen en hij kreeg uiteindelijk de bijnaam de Goede. Hij en zijn vader Willem I (1154-1166) bestuurden een Sicilië waar invloeden uit alle windstreken zich manifesteerden. De vorsten woonden het liefst in de beslotenheid van hun paleizen waarvan de bouw sterk beïnvloed was door de islamitische architectuur en decoraties van Egypte. Byzantijnse mozaïekleggers werden ingehuurd voor de verfraaiing van kerken en Franse beeldhouwers waren werkzaam o.a. in deze kloostergang van Monreale. Willem II had bij zijn aantreden opdracht gegeven voor de bouw van een grootse kerk en klooster in Monreale, vlakbij Palermo. Dit complex zou de kathedraal in Cefalù, gebouwd door zijn krachtig regerende opa Roger II (1130-1154) moeten evenaren, maar het liefst natuurlijk overtreffen! Het was waarschijnlijk ook bedoeld om het aanzien en de invloed van de toenmalige bisschop van Palermo te beperken, die in deze periode zijn kathedraal groots herbouwde. Kortom, iedereen speelde zijn eigen machtsspel en daarbij hoorde ook de bouw van prestigieuze, religieuze bouwwerken.
Een legende vertelt dat Willem II eigenlijk te weinig geld had. Maar gelukkig, er gebeurde een wonder! Moe van de jacht lag de koning uit te rusten bij een boom. Toen verscheen Maria aan hem, die vertelde waar een grote schat verborgen lag. Hiermee kon hij een prachtige kerk bouwen ter ere van haar. Wakker geworden ging de koning graven .... en Maria had helemaal gelijk!
Hoe dan ook, Willem II gaf opdracht voor de bouw van het kloostercomplex. In 1176 was de bouw zo ver gevorderd, dat 100 monniken hun intrek in de gebouwen rond de kruisgang konden nemen. Ze zullen nog wel jaren het geluid van de steenkappers en andere bouwers hebben moeten horen. Over het algemeen neemt men aan dat in 1189 het hele complex nagenoeg voltooid was.
De vierkante kruisgang (47m) heeft aan alle vier de zijden steeds 26 bogen die rusten op zuiltjes die vaak prachtig versierd en vormgegeven zijn. Het gaat om dubbel-zuilen met dubbel-kapitelen. Op de hoekpunten zijn steeds vier zuilen met vier kapitelen aangebracht. Op de 109 kapitelen werd van alles afgebeeld, waarbij religieuze themata in de minderheid zijn (twaalf kapitelen). We komen kapitelen tegen met alleen blad- en bloemmotieven, zoals het kapiteel waar eikenbladeren door de wind lijken te bewegen! De meeste kapitelen hebben mens- en (fabel)dierfiguren.
Sommige mensfiguren maken zich verdienstelijk door als atlanten het bovengedeelte van het kapiteel te 'dragen'! Hun nauwsluitende gewaad met geknoopte ceintuur laat de lichaamsplooien duidelijk zien .... en dat alles gebeeldhouwd in marmer! Meesterlijke beeldhouwers waren hier werkzaam in de twaalfde eeuw.
Het is heerlijk om langs de kapitelen te wandelen en zelf te raden wat is afgebeeld. Dan ontdek je ook de leuke details. De fantasie van de middeleeuwer was erg groot. We geven en paar voorbeelden: een acrobaat in handstand - helaas is zijn linkerarm onlangs beschadigd en is het witte marmer te zien (rechts) -, een strijdende ridder met lans en een vrouw met een eenvoudige hoofdbedekking (rechts).
Voor de middeleeuwer waren kosmos en wereld met alles en iedereen de schepping Gods, óók fabeldieren. Al had men ze nooit gezien, ze waren beschreven en dus bestonden ze, zoals de hagedisachtige slangen, de griffioen (rechts) en de gevederde sirenen met mensenhoofd (rechts). Sommige schrijvers en onderzoekers willen graag elk (fabel)dier dat in de middeleeuwen werd afgebeeld, symbolisch interpreteren, maar dat gaat veel te ver. De middeleeuwer was ook maar een gewoon mens en had oog voor het gekke, het leuke, het fantastische dat een beetje angst inboezemde of juist tot nadenken stemde. Dat niet iedere tijdgenoot van dit soort frivole decoraties in het klooster gediend was, blijkt wel uit de harde woorden van de cisterciënzer Bernhard van Clairvaux (1090-1153) die zich afvroeg wat die "belachelijke monsters" in een kloostergang te zoeken hadden. Het kostte bovendien veel te veel geld dat op een betere manier besteed had kunnen worden! Maar de benedictijnen hadden een heel andere mening, zo blijkt uit deze kloostergang van Monreale.
Voor de middeleeuwer was het heilig kruishout van groot belang en relieken hiervan waren dan ook overal in kloosters en kerken in Europa te vinden. Volgens de legenden zou Flavia Iulia Helena Augusta of kortweg Helena, de moeder van Constantijn de Grote, tijdens haar bezoek aan Jeruzalem drie houten kruisen hebben teruggevonden. Probleem was nog even welk kruis van Jezus was geweest. Een zieke werd bij de kruisen gebracht. Het kruis dat de zieke genas was het enige, ware Kruis. In de middeleeuwse kunst zien we moeder Helena en zoon Constantijn dan ook vaak afgebeeld met het kruis tussen hen in.
In de kloostergang van Monreale blijven we ons verbazen. Even wanen we ons in het Romeinse verleden als we een kapiteel bekijken met zeer klassiek aandoende acanthusbladeren en een wel heel bekend reliëf: een stieredoder in een houding die zeer Romeins overkomt (rechts). Hij doet ons denken aan de - vooral bij Romeinse militairen populaire - god Mithras. Deze zonnegod kwam oorspronkelijk uit Perzië en overal in het Romeinse Rijk werden Mithras-heiligdommen gebouwd en verfraaid met afbeeldingen van Mithras die de stier doodt. Wat doet deze 'heidense' godheid in een middeleeuwse kloostergang? Was hij een symbool van het slechte, van de 'oude', foute religies uit het verleden? Of stelt het de oudtestamentische Samson voor? Maar die streed met een leeuw ....
Een ander kapiteel geeft een heel bekend oudtestamentisch verhaal weer. Adam en Eva staan aan weerszijden van de boom waarvan de vruchten voor hen verboden zijn (rechts). De sluwe slang verleidt Eva. Het resultaat van dit toegeven aan de verleiding staat afgebeeld aan de lange kant van het kapiteel: Adam en Eva verlaten gedwongen het paradijs via een poort, en in de volgende scène bewerkt Adam de grond om gewassen te planten. Op de andere lange zijde van het kapiteel is de eerste broedermoord afgebeeld: Kaïn vermoordt Abel.
Aansluitend zien we de dood van Kaïn, geen bijbelverhaal maar in de middeleeuwen een heel bekende legende. Lamech was een nazaat van Kaïn. Toen hij oud en blind geworden was, wilde hij toch blijven jagen. Lamech's zoon Tubal-Kaïn gaf aanwijzingen aan de blinde jager. Zo vertelde hij dat verderop in een bosje iets bewoog: er zou dus wel een dier zitten. De blinde Lamech spande zijn boog en schoot. Het was geen dier, maar de oude Kaïn die getroffen door de pijl de dood vond. Op het kapiteel in Monreale zijn links de blinde boogschutter en rechts de getroffen Kaïn weergegeven.
Er is nog zoveel meer te zien en te genieten .... meer verhalen en legenden, meer prachtig bladerwerk of dieren in steen vormgegeven.
In deze kloostergang van Monreale past geen haast. Neem rustig de tijd om de beeldverhalen van de 109 kapitelen te ontrafelen.