Eeuwen van duisternis
Eeuwen van duisternis
De christelijke vernietiging van de klassieke cultuur
Catherine Nixey
Vertaald uit het Engels (The Darkening Age)
door Aad Janssen, Marianne Palm en Pon Ruiter
Overamstel Uitgevers, 2017
398 p., 2 kleurenkaternen
ISBN 978-90-488-3133-3 & (e-boek) 978-90-488-3134-0
Na een korte proloog (waarin de auteur de vernieling van het Athena-beeld in Palmyra beschrijft alsof ze het zelf meemaakte) en inleiding beschrijft Nixey in 16 hoofdstukken (thematisch én min of meer chronologisch) hoe het christendom uiteindelijk overwon.
Terecht gaat Nixey (p.32) in op het gebruik van het woord 'heiden', dat ze wil vermijden, omdat het "een pejoratief en beledigend woord" was en is. Toch gebruikt ze het wel in de tekst, maar over het algemeen heeft ze het over "niet-christen" of "polytheïst". Persoonlijk kies ik een ander woord (nl. traditionalist), maar het is te prijzen dat ze de lezer attendeert op haar woordgebruik.
Hfd. 1 gaat over Antonius († 356) die zich uit het leven terugtrok om in een verlaten Romeins fort aan de rand van de Egyptische woestijn een zeer sober leven te leiden, waarbij hij ook de duivel in eigen persoon zou hebben gezien. De demonen (wat zijn dat? en wie had er last van?) zijn het onderwerp van hfd. 2. Daarna gaat Nixey in op de intellectuelen van toen, bijvoorbeeld de tweede-eeuwse Galenus en Celsus, die de christenen minachtte en fel tegen hen van leer trok in zijn boek Het ware woord. Beiden ergerden zich aan de oppervlakkige intellectuele onderbouwing van de nieuwe religie van de christenen, waarin geloof belangrijker was dan kennis. "Ze zeggen dat wijsheid in dit leven slecht is, en dwaasheid goed", aldus Celsus (p.79).
Hfd. 4 behandelt de vervolgingen van de christenen door de keizers. Nero is het eerste voorbeeld. Daarna "zijn [er] drie door de staat geïnitieerde perioden van vervolging geweest" (p.108): die onder Decius (250), Valerianus (257) en Diocletianus in 303. "Tijdens de vervolgingen ging het er ... vreselijk aan toe. ... Maar de omvang bleef beperkt" (p.109). Als de Romeinen het christendom zouden hebben willen uitroeien, "zou hun dat vrijwel zeker zijn gelukt", aldus Nixey. In hfd. 5 behandelt ze de houding van de Romeinen (keizers & gouverneurs) t.a.v. de christenen. Onbegrijpelijk voor hen was hun vrijwillig gezochte martelaarschap.
Na een hoofdstuk over de verwoesting van de Serapis-tempel in Alexandrië (392) – er stierf toen "ook iets van de geest van de oude cultuur" (p.142) – gaat hfd. 7 over Constantijn de Grote die volgens Nixey al in 312 het christendom had omarmd (p.146, ook p.21). In hoeverre hebben de christenen (hfd. 8) moedwillig tempels en beelden verwoest of zwaar beschadigd? Na de macht van bisschoppen en hun 'legertjes' van jongemannen (hfd. 9, moord op Hypatia in Alexandrië), de censuur in de kloosters toegepast in het overschrijven van antieke literatuur (hfd. 10) en het verbranden van boeken (hfd. 11) behandelt Nixey het "God ziet alles"-principe van de christenen en hun schaamte voor sex en erotiek (hfd. 12). Verder lijkt ook al het andere plezier in het Romeinse leven - theater, paardenrennen, badhuizen, feesten - door de nieuwe religie als duivels te worden gebrandmerkt (hfd. 13). Monniken en hun strenge en sobere leefwijze, hun hang naar het straffen van 'zondaren' (in hun ogen) om deze 'zondaren' te 'redden' en hun minachting voor de wet worden behandeld in hfd. 14 & 15.
In het laatste hoofdstuk keert Nixey weer terug naar de hoofdpersoon van haar Inleiding: filosoof Damascius, die rond 529 zijn Athene moest verlaten, want een keizerlijke wet verbood "het onderricht in enige doctrine door degenen die werken onder de waanzin van het heidendom" (p.321). Damascius c.s. dacht zijn heil te vinden in Perzië, maar werd teleurgesteld. Na een verdrag tussen de Perzische koning Khusro en keizer Justinianus, waarvan de strekking was "dat de filosofen naar huis mochten terugkeren en daar in vrede hun dagen mochten slijten zonder gedwongen te worden hun traditionele overtuiging af te zweren" (p.331), keerde Damascius terug. Niet naar Athene. Damascius' laatste werkplek is onbekend.
Op de laatste pagina's: Verantwoording, Bibliografie, Noten & Register.
De twee kleurenkaternen voegen niets toe (behalve waarschijnlijk aan de prijs) en in de tekst wordt er niet naar verwezen. De literatuurlijst is kort en lijkt niet compleet, want enkele in de noten genoemde werken kon ik niet terugvinden. De noten zijn summier en wat de auteur bedoelt met de zin "die mij bij deze alinea tot inspiratiebron heeft gediend" (ruim 20 keer) bij een aangehaalde moderne bron is mij niet helemaal duidelijk.
Nixey is – na haar studie aan de Cambridge University was ze enkele jaren leraar Klassieke Oudheid in Londen – momenteel journalist bij The Times. Eeuwen van duisternis is dan ook een goed geschreven en makkelijk leesbaar boek met (onder)titels die ongetwijfeld zorgen voor goede verkoop. Maar het is een boek uit balans. De lezer krijgt de indruk dat de meeste tempels door horden in het zwart geklede christenen werden verwoest of op zijn minst geplunderd en zwaar beschadigd en dat alle 'oude' kennis werd weggecensureerd, moedwillig vergeten of verbrand. En de vele beelden op tempels die bewaard bleven, hebben dat te danken aan het feit dat "ze [de christenen] er met hun primitieve ladders niet bij konden komen" (p.27)!
De nuance is in dit boek verdwenen. De auteur heeft daar wel een reden voor, ze wil als het ware de historische balans in evenwicht brengen. Ze schreef in het voorwoord van de Engelse editie: "This is a book about the Christian destruction of the classical world. The Christian assault was not the only one – fire, flood, invasion and time itself all played their part – but this book focuses on Christianity’s assault in particular. This is not to say that the Church didn’t also preserve things: it did. But the story of Christianity’s good works in this period has been told again and again …. The history and the sufferings of those whom Christianity defeated have not been. This book concentrates on them” (p. xxxv, niet vertaald in de NL editie, waarom niet?).
Degene die helemaal niet vertrouwd is met de andere kant van de 'triomf' van het christendom, schudt dit boek ongetwijfeld wakker. In dat geval is het zeer zeker een aanrader en hopelijk maakt het dan nieuwsgierig naar meer (balans)!
© conens & van wiechen drs A. van Wiechen