pax romana
Pax Romana: Oorlog en vrede in de Romeinse tijd
Adrian Goldsworthy, vertaling Roelof Posthuma
Utrecht: Omniboek, 2017.- ISBN 978-94-019-0882-1
Engelse ed.: London, 2016
512 p., enkele zwart-wit kaartjes en twee kleurenkaternen
Adrian Goldsworthy studeerde klassieke en moderne geschiedenis in Oxford en promoveerde met zijn thesis The Roman Army as a fighting force, 100 BC-AD 200. Daarna was hij verbonden aan de universiteiten van Cardiff en van Londen. De laatste jaren legt hij zich volledig toe op het schrijven (non-fictie & fictie), zoals hij op zijn eigen site www.adriangoldsworthy.com schrijft: "this avoids the vast weight of administrative work now inevitable in any university post". Behalve over de Romeinse legioenen schreef hij boeken over Augustus en Marcus & Cleopatra.
In Pax Romana toont hij opnieuw zijn grote kennis en meesterlijk schrijverschap. Het boek belicht de Romeinse wereld in relatie tot de 'ander', de buur, de vijand, de barbaar, de overwonnene. Chronologisch en tegelijk thematisch behandelt Goldsworthy de uitbreiding van het door Rome beheerste gebied dat uiteindelijk het Romeinse Rijk werd.
In de Inleiding legt de auteur precies uit wat hem voor ogen staat: "De periode van Romeinse overheersing beslaat een groot deel van de geschiedenis van de landen die in het rijk waren opgenomen en het is duidelijk dat de leefomstandigheden onder het Romeinse gezag volstrekt anders waren dan voor of na die tijd. Het is daarom de moeite waard om de Pax Romana nog eens onder de loep te nemen en te proberen de ware aard ervan te begrijpen: heersten de Romeinen al dan niet over een vredig en stabiel imperium waarin oorlog zeldzaam was en grotendeels verbannen naar de randen van het rijk? ... Dit boek biedt een overzicht en probeert een idee te geven van de verschillende manieren waarop het Romeinse Rijk werd beleefd" (p. 26-27).
Goldsworthy is een historicus en wil "het verleden omwille van zichzelf" begrijpen. "Het is niet bedoeld als rechtvaardiging of veroordeling van de Romeinse of enig ander wereldrijk, maar alleen om uit te leggen wat er gebeurde en waarom. Het is evenmin mijn bedoeling om gedetailleerde vergelijkingen tussen de Romeinen en andere imperiale machten te maken, en nog minder om lessen voor vandaag te trekken" (p.17). Moderne wetenschappers lieten zich in het verleden (on)bewust leiden door de tijdgeest. In de negentiende en vroege twintigste eeuw dachten velen dat de Romeinen zoveel oorlog voerden om zichzelf te beschermen tegen vijandige buren en dat ze "bijna per ongeluk" een wereldrijk veroverden. Na de tweede wereldoorlog waren er wetenschappers met een afkeer van oorlogvoering die de Romeinen zagen als "actieve en vastberaden rovers die andere volken jaar na jaar aanvielen" (p.56) en de tegenstanders van Rome "weinig meer waren dan passieve slachtoffers van imperialistische agressie" (p.63). Dat is juist de enorme waarde van dit boek, niet alleen geschreven om het Romeinse verleden zonder vooringenomenheid te doorgronden op basis van literaire bronnen, archeologische data en epigrafische gegevens, maar ook om juist de andere kant – nl. de vijand, de buren, de barbaren, de bevriende vorsten etc. – te belichten. Hoe handelden zij, hoe vredelievend of agressief waren zij?
Het boek is in twee delen gesplitst: EEN - Republiek (hfst. I - VI) & TWEE - Principaat (hfst. VII - XIV). In elk hoofdstuk bespreekt Goldsworthy een bepaald aspect van de groei van de macht van Rome. Niet alleen de oorlogen en uiteraard de activiteiten van Julius Caesar in Gallië komen ruim aan bod, ook hoe de veroverde gebieden werden bestuurd en hoe Rome omging met de "Provincialen en koningen" (hfst. VI) en zij met Rome. Ook hoe de stammen vóór de Romeinse interventies onderling samenleefden, elkaar bevochten of over en weer plundertochten hielden.
In het tweede deel (keizertijd) onderzoekt de auteur de opstanden tegen de Romeinen, het bestuur van de provincies, de taken en de flexibiliteit van het leger, de 'doorlaatbaarheid' van de grenzen, het leven onder Romeinse heerschappij etc. Van corruptie, banditisme en strooptochten tot administratieve rompslomp, diplomatie en handel, alle facetten komen langs in dit magistrale werk, dat verder onderzoek ook mogelijk maakt door het uitgebreide en overzichtelijke notenapparaat. De pax romana was in de eerste twee eeuwen een feit. Vanaf de derde eeuw desintegreerde deze 'vrede' heel langzaam maar zeker.
"Onze wereld is heel anders dan die van de Romeinen, en daar mogen we dankbaar voor zijn. In de oude wereld werd veel strijd geleverd en er was een dominant rijk als dat van Rome nodig om vrede te stichten in een zo groot gebied. Wat we verder ook denken van grootmachten in het algemeen en van Rome in het bijzonder, dit was een grote prestatie die bewondering verdient, ongeacht of die opweegt tegen de afkeer van het brute geweld van de verovering. In de oude wereld waren vrede en stabiliteit niet de natuurlijke en onvermijdelijke toestand van staten die met rust werden gelaten. En hoezeer de situatie in de eenentwintigste eeuw ook is verbeterd, nog altijd is de vrede in een groot deel van de wereld ver te zoeken en komt zij niet vanzelf tot stand. Dit is absoluut geen oproep om een nieuw Romeins Rijk te stichten, maar een waarschuwing dat zoiets kostbaars als vrede werk en inspanning kost" (p.417).
Pax Romana is behalve een uitstekend overzicht ook een heerlijke 'Fundgrube' voor kleine feiten die je door middel van de verwijzingen in het notenapparaat verder kunt uitdiepen. Wil je ook maar iets begrijpen van het Romeinse Rijk en van het Romeinse bestuur, de grenspolitiek en modus vivendi in het algemeen, dan is dit boek een must, een soort Pax Romana-bijbel.
Kortom, TOP!
© conens & van wiechen drs A. van Wiechen