Toen in 315 de Boog van Constantijn in Rome werd ingewijd was de keizer zelf aanwezig. Hij zag een boog met hergebruikte reliëfs (spolia) waarin zijn illustere voorgangers waren verbeeld, maar ook zichzelf. Een fries dat rondom de vier zijden van de boog (gele kaders hierboven) loopt, geeft haarfijn Constantijns activiteiten weer. Van de oorspronkelijke beschildering en kwistig aangebracht verguldsel, waardoor de figuren nog beter uitkwamen, is niets bewaard gebleven. Maar het verhaal in steen is nog duidelijk zichtbaar ...... en begint aan de korte (west) zijde van de boog.
Allereerst het in het oogspringende ronde reliëf van de Maan (Luna) of Diana (rechts) die met haar tweespan in zee stort; die zee is gepersonifieerd door een liggende halfnaakte man Oceanus.
Op het fries hieronder zien we het leger van Constantijn vertrekken, waarschijnlijk vanuit Milaan naar het zuiden (hierboven is het fries in tweeën geknipt en onder elkaar geplaatst).
Soldaten dragen de veldtekenen met afbeeldingen van Victoria (overwinning) en Sol Invictus (Onoverwinnelijke Zon). Behalve paarden en een wagen is er ook een dromedaris afgebeeld; niet zo verwonderlijk voor een leger dat in het Oosten had gevochten en dat voor een deel bestond uit Mauri (Moren), die gedeserteerd waren uit het leger van Constantijns tegenstander, Maxentius.
Van de korte westkant van de boog gaan we het 'hoekje' om naar de zuid-zijde. Hier zien we Constantijns leger in actie: de stad Verona wordt belegerd. De keizer zelf is groter weergegeven dan zijn soldaten (rechts); hij past net in het ruim één meter hoge fries, terwijl de soldaten zeker één kopje kleiner zijn. Hij staat als veldheer bijna frontaal afgebeeld; helaas is zijn hoofd zwaar beschadigd. Een Victoria-figuurtje (Overwinning) hangt al in de lucht met de zegekrans; eigenlijk anticiperend op de scene rechts, waar de soldaten nog bezig zijn met de omsingeling en inname van Verona.
Het leger van Constantijn is in twee rijen boven elkaar weergegeven. De soldaten zijn bewapend met ronde schilden en lansen en boven hen zijn hoofden en armen zichtbaar van de Noordafrikaanse huurlingen herkenbaar aan hun merkwaardige hoofddeksels. Geen gewone helm zoals de soldaten op de onderste rij dragen, maar het lijkt meer op een warrige bos haar of waren het misschien pijlen? (Rechts soortgelijk hoofddeksel in een andere scène op de boog.)
De verdedigers van de stad zijn gewapend, maar lijken vooral stenen te gooien (rechts). Een van hen is geraakt en tuimelt langs de stadsmuur naar beneden. Rechts in het reliëf: een waaghals uit Constantijns leger die langs de stadsmuur in zijn eentje verder loopt.
Uiteindelijk, na een strijd op twee fronten is Constantijn in staat de stad in te nemen. Daarna stootte Constantijn direct door naar Rome, waar Maxentius zich verschanst had. Maxentius had zijn voorzorgsmaatregelen genomen: grote voorraden in de stad aangelegd en enkele toegangsbruggen tot de stad laten afbreken, o.a. de Milvische brug ten noorden van de stad.
Zó hoopte hij een beleg van Rome te kunnen doorstaan.
Constantijns leger naderde het noorden van de stad en Maxentius besloot op het laatste moment van tactiek te veranderen en trok met zijn leger naar de afgebroken Milvische brug, waar hij in de haast met boten een noodbrug in de Tiber liet maken. Het resultaat van het treffen tussen beide legers is verbeeld op Constantijns boog (zuid-zijde).
Het linker deel van het reliëf is zwaar beschadigd en Constantijn is bijna helemaal verdwenen. Wel is nog duidelijk de personificatie van de Tiber te zien (rechts) als baardige man die half in het water ligt. Boven hem stond Constantijn in gezelschap van Dea Roma en Victoria; dus de personificaties van de stad Rome en de Overwinning. In het rechter gedeelte van het fries is heel duidelijk Maxentius' ondergang in beeld gebracht.
De manschappen van Constantijn zijn bovenin weergegeven. Zijn soldaten dragen helmen of dat merkwaardige hoofddeksel dat we al eerder hebben opgemerkt. Ze vallen Maxentius' mannen aan die na een hevig treffen proberen te vluchten naar de stad via de boot-brug. Door hun tegenstanders aangevallen verliezen zij hun evenwicht op de wankele brug. Eenmaal in het water van de Tiber hebben ze amper een kans, gehinderd als ze zijn door hun zware wapenuitrusting. Met een groot deel van zijn mannen verdronk ook Maxentius in de Tiber.
De korte oost-zijde van de Boog van Constantijn toont onder de tondo van de uit de zee opstijgende zonnegod Apollo (rechts) de triomfantelijke intocht van de keizer in Rome.
Voorafgegaan door zijn soldaten zien we geheel links Constantijn Rome binnenrijden. Normaliter zou de triomfator in zijn tweespan staan, maar hier zit de keizer op zijn zegekar getrokken door vier paarden (hierboven). Hiermee werd aangegeven dat het niet een gebruikelijke triomftocht was; immers het betrof een overwinning in een burgeroorlog.
Op de noord-zijde van de Boog van Constantijn in Rome zijn in twee reliëfs het goede keizerschap van Constantijn verbeeld. Op het Forum Romanum spreekt hij - helaas zonder kop - het volk toe vanaf het spreekgestoelte (hierboven). Dit verhoogde spreek-gestoelte is met een hekje afgezet en de twee levensgrote zit-beelden zijn van keizer Marcus Aurelius (links) en keizer Hadrianus (rechts).
Op het fries zijn links en rechts van deze scène nog meer gebouwen op het Forum Romanum afgebeeld: geheel links enkele bogen van de Basilica Iulia en de triomfboog opgericht ter ere van keizer Tiberius (rechts boven de boog). Rechts van de scène hierboven zien we de drie bogen van de Septimius Severus' boog (rechts onder de boog), die overigens model stond voor deze Boog van Constantijn!
(Beetje het Droste-blik-effect!)
Het laatste reliëf van dit stenen Constantijn-stripverhaal laat in het midden op een verhoging de keizer zien - helaas opnieuw zonder hoofd - terwijl hij geld uitdeelt (hierboven).
Het volk - inclusief kindertjes bij de hand of op de schouders - staan onderop terwijl ambtenaren in vier kleine scenes alles noteren (detail rechts).
Kortom: propaganda in steen,
een stripverhaal om de overwinning en de goedheid van keizer Constantijn (rechts) te verbeelden voor zijn onderdanen in Rome van wie velen achter Constantijn's rivaal Maxentius hadden gestaan.