streets and streams
Streets and streams
Health conditions and city planning in the Graeco-Roman world
Cornelis van Tilburg
Leiden, Primavera Press, 2015
191 p., enkele zw. ill, ISBN 978-90-5997-213-1
Het boek bestaat uit enkele wetenschappelijke artikelen die Van Tilburg eerder heeft gepubliceerd. Nu zijn ze samengebracht en dat is makkelijk voor de liefhebber.
Het boek begint met een introductie en met "Interaction between anatomical and civil engineering terminology". Wij spreken over het "doorstromen" van het verkeer of van een "verkeersinfarct". Ook in de oudheid werden termen die betrekking hebben op de menselijke anatomie tevens in de weg- en waterbouwkunde gebruikt. Sommige termen in het Grieks of Latijn waren eerst bekend in de anatomie en werden later door de 'bouwers' overgenomen, met andere woorden was het net andersom.
Na deze algemene introductie worden drie themata behandeld in steeds twee artikelen. In "City and traffic" gaat de auteur in op de verkeersstromen in de Romeinse steden. Aan de hand van ingesleten wagensporen op het straatplaveisel en in de stoepranden van de opgegraven steden Pompeii, Xanten en Trier is het mogelijk de verkeersstroom in de stad te reconstrueren. Het lijkt erop dat het verkeer steeds dezelfde route volgde, zelfs in ruim aangelegde steden zoals Xanten. Een ander aspect zijn de stadspoorten. De Romeinen kenden poorten met één doorgang, twee doorgangen (gelijke hoogte), drie doorgangen (meestal is de middelste dan de doorgang voor wagens en ruiters en de twee zijdoorgangen voor voetgangers) en zelfs met vier doorgangen, afhankelijk van tijd, plaats en status. De stadspoorten waren meestal een onderdeel van de stadsmuur (dus ook militaire functie) en de openingen maakten verkeer naar de stad mogelijk (als er tenminste geen maatregelen waren genomen om het verkeer uit de stad te weren!). Het aantal doorgangen hing duidelijk samen met de bewoning en het gebruik van het terrein net buiten de stadspoort. Lag daar een buitenwijk, dan waren zijdoorgangen voor voetgangers belangrijk. Was er een alleen sprake van een aansluiting op het wegennet, dan maakte een dubbele (hoge) doorgang tegelijk aankomend en vertrekkend verkeer (wagens en ruiters) mogelijk.
In "City and body fluids" gaat Van Tilburg in op het idee van goed drinkwater bij Grieken en Romeinen. Dachten medici, filosofen en 'ingenieurs' (bijv. Frontinus, de aquaductopzichter van Rome) hetzelfde over drinkwater? Men kende warm & koud, helder & troebel, licht & zwaar water! Welk water was beter? Regen-, bron-, put-, oppervlakte- of moeraswater? Zijn conclusie: de Grieken en Romeinen prefereerden bronwater en legden daarom waterleidingen aan om dat water naar de stad te laten stromen (aquaducten). Deze praktijk "is in sharp contrast to the opinions of the medical authors, who all have a strong preference for rain water". Het tweede thema gaat over "body fluids": hoe dacht men in de Grieks-Romeinse oudheid over faeces en urine?
In "City and environment" gaat het om de riolering. De auteur meent dat "in the course of history, Roman sewers were considered as masterpieces of hydraulic and hygienic engineering" (p.138), maar dat is niet juist. In de oudheid "sewers were built for other purposes: reclaiming marshy lands and discharging rain and bath water after use, at street level or underground". Op deze afwatering konden toiletten worden aangesloten, maar "the idea that the Romans realised sewers especially for the evacuation of faeces and urine remained popular for a long time, but it was a wrong one" (p.154). Deze misvatting heeft ertoe geleid "that in the latter part of the 19th century sewers were constructed, inspired by their Roman forerunners, considered as a symbol of excellent hygiene" (p.155). Vandaar de titel van dit artikel: "A 'healthy mistake': the excrement problem from ancient Greece to nineteenth century Holland". Het laatste artikel gaat over de "meteorological and medical conditions in ancient cities". Waarop moest men letten bij het stichten van een stad? Hadden de medische schrijvers (Celsus, Galenus) dezelfde opvattingen als bouwers en de mannen van de praktijk (Vitruvius, Varro en Columella)?
Zeker een prachtboek voor fijnproevers en 'food for reflection'!
© conens & van wiechen A. van Wiechen