tempeliers van begin tot einde
De tempeliers: De opkomst en ondergang van de tempelridders
Dan Jones, vertaald uit het Engels The Templars
Utrecht: Omniboek, 2017
493 p., krt en 1 kleurenkatern.- ISBN 978-94-0191-428-4
Dan Jones is een Britse historicus (Cambridge), journalist, tv-presentator en auteur die gespecialiseerd is in de middeleeuwse geschiedenis (flaptekst).
Dit boek over begin & einde van de tempeliers is dan ook gedegen, vlot geschreven en voor een breed geïnteresseerd publiek bestemd.
Jones vertelt het boeiende tempeliersverhaal chronologisch: deel I behandelt tempeliers - pelgrims (ca. 1102-1144), deel II tempeliers - soldaten (1144-1187), deel III tempeliers - bankiers (1189-1260) en deel IV tempeliers - ketters (1260-1314).
Puttend uit westerse en Arabische bronnen plaatst hij de tempeliers in de tijd van kruistochten en stipt alleen in de epiloog kort de verzinsels, legenden, complottheorieën en verzonnen franjes aan die sinds de ondergang van de tempeliers - met name vanaf de negentiende eeuw - de geschiedenis van de tempeliers foutief inkleuren.
Ook in de eigentijdse en middeleeuwse beschrijvingen had de geschiedschrijver al zijn eigen agenda. Zo prees Bernard van Clairvaux de tempeliers zo ongeveer de hemel in, maar vond Willem van Tyrus hun rijkdom wel erg verdacht (aldus Jones). Usama ibn Munqidh noemde hen "de minst verdorvenen van de vervloekte Franken" (p.418), terwijl een iets latere Arabische geschiedschrijver hen en de hospitaalridders noemde de leden van "twee onreine orden, wier praktijken nutteloos zijn, die hun vijandschap nooit opgeven en die geen waarde hebben als slaven" (p.418).
Jones weet heel goed de middeleeuwse bronnen te gebruiken en in hun context te plaatsen. Hij laat de lezer als het ware de fascinerende geschiedenis van de tempeliers herbeleven: de goede bedoelingen van het begin, hun militaire slagkracht en actiebereidheid, het enorme ego van grootmeester Gerard van Ridefort en het beklemmende einde van de aanvankelijk niets vermoedende tempeliers bewerkstelligd door een koning (Filips IV van Frankrijk) die geld nodig had, gecombineerd met "het verlangen van de koning om het gezag van de kroon in nieuwe delen van zijn koninkrijk te laten gelden en zijn buitengewone vermogen om zichzelf ervan te overtuigen dat iedereen die hem in de weg stond gedreven werd door de verdorvenste morele afwijkingen. Zelfs naar de maatstaven van zijn eigen tijd was hij een gewelddadige en verwaande vorst, en over zijn gedrag kan hooguit gezegd worden dat de tempeliers als groep slechts één van zijn vele slachtoffers waren" (p.410).
Meeslepend geschreven en een goede inleiding op de geschiedenis van de tempeliers en (van een deel ) van de kruistochten.
Achterin het boek een lijst van de belangrijkste personages, pausen, koningen & koninginnen van Jeruzalem en de grootmeesters van de Orde van de Tempel. Verder een summiere bibliografie en een register.
Aanrader!
© conens & van wiechen drs A. van Wiechen