historische roman: Hadrian

Mémoires d'Hadrien / Marguerite Yourcenar
Paris, Librairie Plon, 1951

 Herinnering van Hadrianus / door Marguerite Yourcenar
Vertaald door Jenny Tuin
Amsterdam: Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1998, 1e dr.

Eerdere NL vertaling door  J.A. Sandfort onder de titel Hadrianus' gedenkschriften
Den Haag: Boucher, 1952, 1e dr. Vanaf de 3e druk is de tekst herzien door Theo Duquesnoy en uitgegeven door Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1978

 

Marguerite Yourcenar (1903-1987) – een pseudoniem van Marguerite Cleenewerck de Crayencour – is, naar eigen schrijven in de Verzamelde notities toegevoegd aan de vertaling van J. Tuin, vanaf 1924 begonnen te schrijven over keizer Hadrianus. Ze schreef, vernietigde haar manuscripten, begon opnieuw, bezocht keer op keer de Villa Adriana in Tivoli, bracht ontelbare avonden door in de cafeetjes rond het Olympieion en bestudeerde de bronnen. Maar toen ze in 1939 naar de VS vertrok, moest ze het manuscript met het grootste deel van haar aantekeningen in Europa achterlaten. "In december 1948 ontving ik uit Zwitserland een koffer vol familiepapieren en tien jaar oude brieven, die ik er tijdens de oorlog in bewaring had gegeven". Toen vond ze ook weer fragmenten van haar Hadrianus-boek terug. "Sinds dat moment ging het er nog slechts om dat boek tot elke prijs te herschrijven". Ze stond – opnieuw Yourcenar zelf – met "één been in de wetenschap, het andere in de magie, of juister gezegd, en zonder beeldspraak in die contact magie die daarin bestaat dat je je in gedachte verplaatst in het innerlijk van een ander".

Ook toegevoegd in de NL vertaling (1998) is de Aantekening, waarin Yourcenar uitleg geeft over de bronnen die ze gebruikte en over de al dan niet historiciteit van enkele personages. Behalve bronnen – Historia Augusta en Cassius Dio – gebruikte Yourcenar teksten van tijdgenoten, inscripties en afbeeldingen, zoals die op de Zuil van Trajanus in Rome. Ook de wetenschappelijke publicaties over Hadrianus – Gregorovius e.a. –, facetten van zijn regering of in het algemeen van zijn tijd las ze kritisch en somde ze op. Een indrukwekkende lijst. Een leuke en zeer herkenbare noot geeft ze ten aanzien van de (on)toegankelijkheid van de wetenschappelijke literatuur: "Wat zij onze cultuur noemen is meer dan we denken een cultuur achter gesloten deuren".

De Mémoires d'Hadrien zijn geschreven in de vorm van een lange brief aan Marcus Aurelius, die door Hadrianus zelf als opvolger na Antoninus Pius werd aangewezen. Hierin vertelde de keizer in de ik-vorm over zijn politieke en culturele acties, zijn leven en zijn liefdes. In de Herinneringen komt Hadrianus tot leven zoals Yourcenar hem zag. Het is geen wetenschappelijk, historisch verslag, maar een historische roman, een persoonlijke inkleuring van de auteur die uitzonderlijk goed gedocumenteerd was en zich heel goed kon inleven in het doen en denken van een groot mens. Zelf beschreef Yourcenar haar fascinatie voor Hadrianus en zijn tijd als volgt: "De tweede eeuw interesseert me omdat ze gedurende lange tijd die van de laatste vrije mensen was. Voor wat ons betreft, wij zijn misschien al heel ver van die tijd verwijderd"

De Mémoires d'Hadrien is een boeiende roman, maar lang niet altijd even toegankelijk voor de lezer vanwege de soms wel erg lange en ingewikkelde zinnen. Toch is het - zeker voor iemand die al iets is ingevoerd in de tweede eeuw – een prachtige, soms enigszins gekunstelde roman met af en toe 'moderne' en humanistische zienswijzen door Yourcenar geprojecteerd op Hadrianus, zoals "een mens heeft het recht te beslissen vanaf welk moment zijn leven ophoudt nuttig te zijn. Ik wist toen nog niet dat de dood voorwerp kan worden van een blinde drang, van een honger zoals de liefde" (p.261 in Tuin's vertaling) of "steeds meer kwamen alle godheden me voor als mysterieus versmolten tot een Al, oneindig verscheiden emanaties, steeds getuigend van eenzelfde kracht: hun tegenstrijdigheden waren slechts een andere vorm van overeenstemming" (p.160).

© conens & van wiechen A. van Wiechen